D.J Sikkenk, I. van den Berg, S.C. Donkervoort, C.C. van der Pol
Vrijdag 12 mei 2017
14:28 - 14:31u
in Baroniezaal
Categorieën: Kwaliteit, Poster
Parallel sessie: V15 - Kwaliteit / Experimenteel
Totally implantable venous access devices (TIVADs) worden gebruikt voor oncologische en niet-oncologische behandelingen. Het doel van onze studie is om factoren te identificeren die bepalend zijn voor de functionaliteits-uitkomst.
Voor deze multicenter studie, vanuit het UMC Utrecht en het OLVG in Amsterdam, zijn gegevens verzameld van patiënten die een TIVAD geïmplanteerd kregen. Alle patiënten ouder dan 18 jaar waarbij een katheter is ingebracht via de vena subclavia of vena cephalica werden geïncludeerd. De primaire uitkomst maat was de functionaliteit waarbij de behandeling wel of niet kon worden voltooid. Patiënten- en operatie karakteristieken werden verzameld waarna een logistische regressie analyse is uitgevoerd om voorspellers voor de uitkomst vast te stellen.
In totaal werden 279 patiënten geïdentificeerd waarbij 305 TIVADs werden geïmplanteerd. TIVADs bleven mediaan 361 dagen in situ, 389 dagen voor functionele TIVADs in vergelijking met 139 dagen bij disfunctionele TIVADs. In totaal werden 63 (20,7%) TIVADs voortijdig verwijderd vanwege complicaties (9,2% infecties, 4,3% trombose) of dysfuncties (7,2%), zoals ondoorgankelijkheid en/of aanprikproblemen. TIVAD plaatsing door middel van een percutane techniek zowel als een kathetertip positie proximaal van de vena cava superior, zijn significante voorspellers voor het voortijdig verwijderen van TIVADs.
Deze studie toont dat 20,7% van de TIVADs verwijderd moeten worden voordat de behandeling is voltooid. Patiënten zonder oncologische indicatie, de percutane techniek en kathetertip plaatsing proximaal van de vena cava superior vergroten de kans op vroegtijdige verwijdering. Patiëntenselectie en optimaliseren van de operatietechniek kan bijdragen aan verbetering van functionaliteit.