Inzet chirurg spoedeisende zorg: ervaring Bernhoven


C. Hoynck van Papendrecht

Voorzitter(s): Dr. R Meerwaldt. Lid bestuur NVvH (penningmeester) en voorzitter BBv

Vrijdag 12 mei 2017

10:40 - 10:55u in Genderzaal

Categorieën: Algemeen, Symposium

Parallel sessie: S21 - Passie voor de algemene chirurgie/taakherschikking


In 2013 heeft Bernhoven een nieuw ziekenhuis betrokken, waarbij directie en staf zich de vraag gesteld heeft wat de rol van ons nieuwe (fusie)ziekenhuis in de regio zou moeten worden; het antwoord bleek verrassend eenvoudig: wij wilden niet alleen werkelijk  patiëntgericht worden maar daarmee ook toekomstbestendige zorg bieden en een leidende rol gaan spelen in zorgvernieuwing in Nederland.

Uitgangspunt moest worden wat voor de patiënt de beste zorg is en niet meer het comfort van de artsen of het belang van het ziekenhuis

Dit heeft geresulteerd in een opdracht aan een groep specialisten en administratieve voortrekkers om toekomstbestendige zorg en patiëntgerichte zorg te gaan definiëren en uit te voeren in eerste instantie in een aantal projecten, zoals patiëntparticipatie, samen beslissen, beëindigen routinecontroles, terugverwijzen naar eerste lijn, 1,5 lijnszorg, opzetten chronische zorg netwerken enzovoort.

Een van de projecten is versterking van de acute as, met volledige professionalisering van de SEH, integreren 1e lijnszorg, oprichten van een acute opname afdeling, geleid door professionals, aanbieden van eerstelijnsdiagnostiek in avond en weekenddiensten, positioneren van specialisten op de SEH . Gekozen werd voor de specialismen Interne geneeskunde, cardiologie en chirurgie. Daarnaast werd een groep SEH artsen aangesteld om 24/7 de poort te bemensen.

Resultaten van deze ingrepen zijn: vermindering van het aantal verwezen patiënten naar de SEH,  verkorting van de verblijfsduur op de SEH (7,5%), vermindering van het aantal vervolgconsulten (8%), vermindering van de röntgendiagnostiek met 9% (wel verandering van de aard van de diagnostiek), vermindering van de opnameduur van de opgenomen patiënten (11%) en vermindering van het aantal opgenomen patiënten (13-16%); het effect lijkt nog steeds toe te nemen, maar vervolgen van de resultaten en effecten met vergelijking van de cijfers van anderen is essentieel om wetenschappelijk bewijs van de causale relatie tussen de genomen maatregelen en de gevonden effecten aan te tonen.