R.R.J. Coebergh van den Braak, A.M. Sieuwerts, Z.S. Lalmahomed, M. Smid, S.I. Bril, X. Xiang, M. Daane, V. de Weerd, A. van Galen, K. Biermann, J.H. van Krieken, W.P. Kloosterman, J.A. Foekens, J.W.M. Martens, J.N.M. IJzermans
Voorzitter(s): dr. P. van Duijvendijk, chirurg, Gelre Ziekenhuizen, Apeldoorn & dr. I.S. Bakker, AIOS heelkunde, UMCG, Groningen
Vrijdag 12 mei 2017
13:55 - 14:05u
in Parkzaal
Categorieën: Colorectaal maligne, Vrije voordracht
Parallel sessie: V12 - Colorectaal maligne
Identificatie van patiënten die recidief ziekte ontwikkelen na curatieve chirurgie van een lymfklier negatieve (N0) coloncarcinoom is niet goed mogelijk. In 2015 werd een microRNA profiel gepubliceerd die een groep met 100% ziektevrije overleving identificeert. Wij hebben de prognostische waarde van dit profiel onderzocht in een onafhankelijk cohort N0 coloncarcinomen.
De expressie van de zes microRNA’s werd gemeten met reverse transcriptase kwantitatieve PCR (RT-qPCR) in n=155 niet-adjuvant behandelde N0 primaire coloncarcinomen. Zoals beschreven in de originele publicatie werden de expressiewaardes van twee microRNA’s (miR-10b en Let-7i) gebruikt voor het profiel waarmee patiënten werden gecategoriseerd als hoog risico (Let-7i hoog en miR-10b laag) of laag risico (Let-7i laag en/of miR-10b hoog). De associatie tussen de expressieniveaus van beide microRNA’s apart en het profiel met microsatelliet instabiliteit (MSI), metastasevrije overleving (MFS), levermetastasevrije overleving (HFS) en algehele overleving (OS) werd onderzocht middels de Mann-Whitney U test, Cox regressie analyse en Kaplan Meier analyse.
Met univariate Cox regressie analyse bleek Let-7i significant omgekeerd geassocieerd met HFS. In tegenstelling tot de eerdere publicatie was miR-10b niet significant geassocieerd met MFS of HFS, en was miR-30b wel significant positief geassocieerd met MFS en HFS. Het originele profiel liet een significant verschil voor HFS (5-jaars HFS 100% vs 89,4%, p=0,046) zien, maar niet voor MFS. Een gemodificeerd profiel, na toevoeging van miR-30b, liet wel een significant verschil zien voor MFS (5-jaars MFS (86,8% vs. 73,8%; p=0,018)(afbeelding 1) en voor HFS (5-jaars HFS 97,0% vs. 83,6%; p=0,002)(afbeelding 2), ook na correctie voor MSI en het aantal onderzochte lymfklieren.
De huidige validatiestudie bevestigt de prognostische waarde van let-7i en identificeert miR-30b als prognostische marker. De prognostische rol van miR-10b werd niet bevestigd. Het gemodificeerde miRNA profiel kan toegepast worden om MFS en HFS te voorspellen.