Preoperatieve endoscopische versus percutane transhepatische galwegdrainage bij resectabel perihilair cholangiocarcinoom: een multicenter gerandomiseerde studie


R.J.S. Coelen, E. Roos, J.K. Wiggers, E.A.J. Rauws, O.M. van Delden, K.P. van Lienden, B. Groot Koerkamp, C.H.J. van Eijck, J. de Jonge, R.J. Porte, C.I. Buis, C.H.C. Dejong, V. van Woerden, D.J. Gouma, M.G.H. Besselink, O.R. Busch, M.G.W. Dijkgraaf, T.M. van Gulik

Voorzitter(s): dr. B. Groot Koerkamp, chirurg-oncoloog, Erasmus MC, Rotterdam & drs. A.E.M. van der Pool, AIOS heelkunde, Erasmus MC, Rotterdam

Donderdag 11 mei 2017

15:15 - 15:25u in Parkzaal

Categorieën: HPB, Vrije voordracht

Parallel sessie: V03 - HPB


Introductie 

Galwegdrainage voorafgaand aan de operatie voor perihilair cholangiocarcinoom (PHC) wordt beschouwd als een essentiële interventie om een leverresectie veiliger te maken. Het is echter vooralsnog niet bekend welke methode van galwegdrainage superieur is. 

Methode

In deze multicenter gerandomiseerde studie (DRAINAGE trial) werden twee drainagemethoden vergeleken bij patiënten met een potentieel resectabel PHC waarvoor een grote leverresectie gepland was. Patiënten met obstructieve geelzucht en een totaal bilirubine boven 50 μmol/L werden gerandomiseerd tussen het ondergaan van endoscopische (ERCP) of percutane transhepatische (PTC) galwegdrainage. De primaire uitkomstmaat was het totaal aantal drainage-gerelateerde complicaties in beide groepen tussen randomisatie en operatie.

Resultaten

Er werden 54 patiënten geïncludeerd; 27 lootten ERCP en 27 PTC. Er waren geen verschillen in baseline karakteristieken. Het totaal aantal preoperatieve drainage-gerelateerde complicaties was hoger in de PTC-groep (52 versus 38) terwijl het percentage patiënten met meer dan één ernstige complicatie vergelijkbaar was tussen de groepen (78% versus 81%). De Data Safety Monitoring Board adviseerde de studie bij 50% van de inclusies te stoppen vanwege een verhoogde perioperatieve 90-dagen mortaliteit in de PTC-groep (41% versus 7%). Drie patiënten overleden voorafgaand aan operatie (3 PTC, 0 ERCP) en 10 patiënten kwamen te overlijden na laparotomie (8 PTC, 2 ERCP). 

Conclusie

Het optreden van drainage-gerelateerde complicaties na ERCP en PTC was gelijk, terwijl PTC geassocieerd was met een verhoogde perioperatieve mortaliteit. Derhalve wordt ERCP geadviseerd als eerste stap bij galwegdrainage voor PHC en wordt alleen overgegaan tot PTC indien ERCP onvoldoende therapeutisch effect heeft.