De verschillen in recidivering en overleving van patiënten met verschillende subtypes liposarcoom in de extremiteit, resultaten uit een groot single center cohort


M. Vos, C. Verhoef, G.J.L.H. van Leenders, S. Sleijfer, D.J. Grünhagen

Voorzitter(s): dr. M.F. Lutke Holzik, chirurg, ZGT Almelo/Hengelo & drs. J. Lam, AIOS heelkunde, Slingeland Ziekenhuis, Doetinchem

Vrijdag 12 mei 2017

14:05 - 14:15u in Zaal 80/81

Categorieën: Vrije voordracht, Weke delen

Parallel sessie: V14 - Melanoom / weke delen / hoofdhals


Introductie

Het liposarcoom is vaak gelokaliseerd in de extremiteiten en recidiveert regelmatig, zowel lokaal als op afstand. Er zijn echter geen studies die de verschillende subtypes liposarcoom op deze tumorlokalisatie met elkaar vergelijken. Het doel is om de recidiverings- en overlevingspatronen van de verschillende subtypes extremiteit liposarcoom in kaart te brengen.

Methode

Vanuit een retrospectieve database van patiënten behandeld voor een liposarcoom tussen 1995-2015 in een tertiair verwijscentrum en expertisecentrum voor wekedelen sarcomen zijn patiënten geïdentificeerd met een liposarcoom primair gelokaliseerd in één van de extremiteiten. Om recidiverings- en overlevingspatronen van de verschillende subtypen liposarcoom in kaart te brengen is gebruik gemaakt van de Kaplan Meier methode met log-rank tests. Om de invloed van klinische en pathologische factoren te bepalen is er een multivariabele Cox regressie analyse uitgevoerd. Variabelen die significant (P<0.05) waren in de univariabele analyse zijn geïncludeerd in de multivariabele analyse.

Resultaten 

Van de 194 patiënten had 50% een goed-gedifferentieerd liposarcoom(WDLPS), 37.1% myxoid liposarcoom(MLPS), 8.3% pleiomorf liposarcoom(PLPS) en 4.6% gedifferentieerd liposarcoom(DDLPS). Lokale recidieven werden het meest gezien in DDLPS (5-jaars lokaal-recidiefvrije overleving 51.4%), gevolgd door WDLPS (63.1%), PLPS (73.3%) en MLPS (86.7%,p=0.078). Afstandsmetastasen werden het meest geobserveerd in PLPS (5-jaars afstandsmetastasen-vrije overleving 40.2%), gevolgd door MLPS (75.7%), WDLPS (95.3%) en DDLPS (100%,p<0.001,figuur1). De 5-jaars ziekte-specifieke overleving was 84.4% (DDLPS 100%, WDLPS 97.9%, MLPS 77.5%, PLPS 54.1%,p<0.001,figuur2). Leeftijd en adjuvante radiotherapie beïnvloedden significant het risico op een lokaal recidief, terwijl voor afstandsmetastasen de subtypen MLPS en PLPS de belangrijkste prognostische factoren waren (tabel1).

Conclusie

De vier subtypes liposarcoom hebben verschillende recidiverings- en overlevingspatronen. DDLPS en WDLPS recidiveren vaker lokaal, waar MLPS en PLPS meer afstandsmetastasen geven. Deze prognostische kenmerken kunnen gebruikt worden om de behandeling en follow-up aan te passen. Deze resultaten zullen gevalideerd worden i.s.m. het Marie Sklodowska-Curie Memorial Cancer Center in Polen.

5-jaars afstandsmetastasen-vrije overleving per subtype liposarcoom. De log-rank test is gebruikt om de p-waarde te berekenen.
5-jaars ziekte-specifieke overleving per subtype liposarcoom. De log-rank test is gebruikt om de p-waarde te berekenen.
Resultaten van de multivariabele Cox regressie analyses van de klinische en pathologische factoren voorspellend voor lokaal recidief, afstandsmetastasen of algehele overleving.