Minimale verbetering in de overleving van patiënten met wekedelen sarcoom en synchrone metastasen, resultaten van een landelijke studie


M. Vos, V.K.Y. Ho, A.W. Oosten, C. Verhoef, S. Sleijfer

Voorzitter(s): dr. M.F. Lutke Holzik, chirurg, ZGT Almelo/Hengelo & drs. J. Lam, AIOS heelkunde, Slingeland Ziekenhuis, Doetinchem

Vrijdag 12 mei 2017

14:15 - 14:25u in Zaal 80/81

Categorieën: Vrije voordracht, Weke delen

Parallel sessie: V14 - Melanoom / weke delen / hoofdhals


Introductie

Ongeveer 10-15% van de patiënten met een wekedelen sarcoom (WDS) presenteert zich met synchrone metastasen. Met de komst van trabectedine en pazopanib is de behandeling aanzienlijk veranderd in de laatste jaren. Met deze studie wordt er gekeken of de overleving van patiënten met synchrone metastasen verbeterd over de tijd.

Methode

Alle patiënten gediagnosticeerd met een wekedelen sarcoom (WDS) en synchrone metastasen tussen 1989-2014 zijn opgevraagd bij de Nederlandse Kankerregistratie. Kinderen en patiënten met een gastro-intestinale stroma tumor (GIST) of small blue round cell tumors zijn geëxcludeerd. Trends in mediane algehele overleving (median overall survival, mOS) zijn geëvalueerd met de Kaplan Meier-methode en de log-rank test in verschillende tijdsvakken, gebaseerd op jaar van introductie van trabectedine (<2007 vs. ≥2007) en pazopanib (<2012 vs. ≥ 2012).  Een multivariabele Cox regressie analyse is uitgevoerd om relevante prognostische kenmerken te identificeren.

Resultaten

Over de gehele tijdsperiode is de mOS van de 1,393 geïncludeerde patiënten niet significant verbeterd (1989-1994: 5.8 maanden vs. 2010-2014: 8.1 maanden,p=0.095). Echter, de mOS <2007 vergeleken met ≥2007 verbeterde wel significant (5.8 naar 7.3 maanden, p=0.035), m.n. in de liposarcoom-subgroep (5.2 naar 11.5 maanden, p=0.020, figuur 1). De mOS ≥2012 vergeleken met <2012 nam niet significant toe (6.1 naar 7.6 maanden,p=0.062, figuur 2). Primaire tumorlokalisatie in de extremiteiten en chirurgische behandeling in een academisch centrum hadden een gunstig effect op de overleving, significant negatieve voorspellers waren geen behandeling, hoge leeftijd, WDS-subtype anders dan liposarcoom/leiomyosarcoom, hoge/onbekende tumorgraad en positieve lymfeklieren (tabel 1).

Conclusie

De algehele overleving van patiënten met een WDS en synchrone metastasen is niet significant verbeterd over de jaren, met uitzondering van de subgroep liposarcomen na 2007. Echter, een langere follow-up periode is nodig om het effect van pazopanib op de overleving te verduidelijken.

Algehele overleving van alle subtypes wekedelen sarcomen (WDS) met synchrone metastasen (1A), en voor de subgroepen liposarcomen (1B), leiomyosarcomen (1C) en overige subtypes (1D) voor en na 2007 (jaar van registratie van trabectedine).
Algehele overleving van alle subtypes wekedelen sarcomen met synchrone metastasen (2A), en voor de subgroepen leiomyosarcomen (2B) en overige subtypes behalve liposarcomen (2C) voor en na 2012 (jaar van registratie van pazopanib).
Resultaten van de multivariabele Cox regressie analyse voor de algehele overleving. Variabelen die significant (p<0.05) waren in de univariabele Cox regressie analyse zijn geïncludeerd in de multivariabele analyse.