De rol van neoadjuvante chemoradiatie bij het cT2N0M0 oesophaguscarcinoom


E. Visser, L. Goense, N. Haj Mohammad, S. Mook, R.H.A. Verhoeven, G.J. Meijer, P.S.N. van Rossum, J.P. Ruurda, R. van Hillegersberg

Voorzitter(s): dr. R. Mathijssen, chirurg, UMC Utrecht, Utrecht & dr. T.J. Weijs, AIOS heelkunde, UMC Utrecht, Utrecht

Vrijdag 12 mei 2017

9:40 - 9:50u in Auditorium

Categorieën: Upper GI, Vrije voordracht

Parallel sessie: V08 - Upper GI


Introductie 

Neoadjuvante chemoradiatie (nCRT) heeft geleid tot overlevingswinst bij patiënten met een gevorderd stadium oesophaguscarcinoom. De rol van nCRT bij patiënten met een cT2N0M0 tumor is echter onduidelijk. Deze studie onderzoekt of nCRT gevolgd door een oesophagusresectie is geassocieerd met verbeterde radicaliteit en overleving bij patiënten met een cT2N0M0 oesophaguscarcinoom.

Methode

Patiënten die nCRT gevolgd door een oesophagusresectie of een oesophagusresectie alleen ondergingen (2005-2014) voor het cT2N0M0 oesophaguscarcinoom werden geïdentificeerd door de Nederlandse Kanker Registratie. De nauwkeurigheid van klinische stadiering werd bepaald door het klinisch TNM-stadium met het pathologisch TNM-stadium (gouden standaard) te vergelijken. De associatie van beide behandelstrategieën op de radicaliteit en overleving werd multivariabel geanalyseerd waarbij werd gecorrigeerd voor verschillende patiënt en ziekenhuis karakteristieken.

Resultaten 

Een totaal van 533 patiënten werden geïncludeerd; 353 ondergingen nCRT gevolgd door een oesophagusresectie (nCRT groep) en 180 ondergingen een oesophagusresectie alleen (chirurgie groep). Klinische onderstadiëring (>(y)pT2N0) werd gezien in tenminste 109 patiënten (31%) in de nCRT groep en 111 patiënten (62%) in de chirurgie groep. De nCRT groep had een significant hogere kans op een radicale resectie (odds ratio 4.35, 95% confidence interval (CI) 1.54-12.50) en betere overleving (hazard ratio 0.64, 95%CI 0.44-0.92) dan de chirurgie groep. 

Conclusie

Dit cohort onderzoek laat zien dat neoadjuvante chemoradiatie gevolgd door een oesophagusresectie geassocieerd is met meer radicale resecties en een verbeterde overleving vergeleken met een oesophagusresectie alleen. Tot het moment de klinische stadiering niet verbetert, suggereert dit onderzoek dat neoadjuvante chemoradiatie de voorkeursbehandeling is voor patiënten met een cT2N0M0 oesophaguscarcinoom.

Het vergelijken van de overleving van patienten in de neoadjuvante groep en chirurgie groep voor het cT2N0M0 oesophaguscarcinoom.
Het vergelijken van de overleving van patienten in de neoadjuvante groep (groene, gele, zwarte lijn) en chirurgie groep (rode, blauwe lijn) aan de hand van het pathologisch TNM-stadium