R.J. Vossen, P.C. Philipszoon, V.J. Leijdekkers, A.C. Vahl
Voorzitter(s): drs. E. Moltzer, AIOS heelkunde, Reinier de Graaf Gasthuis, Delft & dr. J.C. Breek, vaatchirurg, Martini Ziekenhuis, Groningen
Vrijdag 12 mei 2017
13:55 - 14:05u
in Auditorium
Categorieën: Vaten, Vrije voordracht
Parallel sessie: V13 - Vaatchirurgie
De vergrijzing zal leiden tot een substantiële toename van zorgkosten. Een deel hiervan is toe te schrijven aan patiënten met perifeer arterieel vaatlijden. Het doel van deze studie is om de kosteneffectiviteit van de dotterbehandeling ten opzichte van bypass chirurgie in middellange laesies in het femoropopliteale traject te onderzoeken.
Er werd een kosteneffectiviteitsanalyse uitgevoerd waarbij de percutane transluminale angioplastiek (met optioneel plaatsen van een stent) werd vergeleken met bypass chirurgie in patiënten met middellange TASC II B en TASC II C laesies. Alleen patiënten met een minimum follow-up van 3 jaar werden geïncludeerd. De uitkomstmaat was de 3-jaars-primairy patency. Kosten werden berekend over een periode van 3 jaar, waarbij kosten van behandeling, opnamedagen en diagnostiek werden meegenomen. Multipele imputatie werd gebruikt voor missende data. Bootstrapping werd gebruikt om de cost-effectiveness-plane (CEP) te genereren.
Er werden 226 patiënten retrospectief geanalyseerd. Er was geen significant verschil in 3-jaars-primaire patency in de PTA/s versus bypass groep (69.9 versus 70.3 %). Bij 3 jaar follow-up waren de gemiddelde totale kosten voor PTA/s € 29,058 en voor bypass chirurgie € 42,437. De kosteneffectiviteitsanalyse toonde 67 % van de bootstrap-herhalingen in het zuidwestelijke kwadrant van de CEP. Kosten waren beduidend lager, bij een gering verschil in klinisch resultaat. Er werd een Incremental Cost-Effectiveness Ratio(ICER) van 563,716 gevonden, wat betekent dat het € 563,716 kost om na 3 jaar één extra werkzame bypass te hebben ten opzichte van de dotterbehandeling.
PTA/s is een kosteneffectieve behandeling bij patiënten met middellange laesies in het femoropopliteale traject. Gezien de lagere kosten en het minimale verschil in effectiviteit, is het aan te bevelen dat patiënten met TASC II B en TASC II C laesies in eerste instantie endovasculair behandeld worden.