J.P. Meekel, M. Dias-Neto, T.H.G. van Schaik, J. Hoozemans, R.J. Lely, W. Wisselink, J.D. Blankensteijn, K.K. Yeung
Voorzitter(s): drs. E. Moltzer, AIOS heelkunde, Reinier de Graaf Gasthuis, Delft & dr. J.C. Breek, vaatchirurg, Martini Ziekenhuis, Groningen
Vrijdag 12 mei 2017
14:05 - 14:15u
in Auditorium
Categorieën: Vaten, Vrije voordracht
Parallel sessie: V13 - Vaatchirurgie
Periaortaal adipeus weefsel (PAAT) is metabolisch actief vet om de aorta. De samenstelling en kwantiteit van PAAT heeft invloed op de reorganisatie van de aortawand. Echter is de rol van PAAT in abdominale aorta aneurysma (AAA) nog niet geheel bekend. Wij hypothetiseren dat de PAAT-dichtheid is veranderd in AAA.
In dit patiënt-controleonderzoek werden 352 patiënten die een abdominale CT-scan in Amsterdam of Porto ondergingen geïncludeerd. De scans werden op basis van pathologie verdeeld: infrarenale AAA (n=140), atherosclerotische aorta (n=104) en extra-aortale pathologie (controlegroep, n=108). Infrarenale aortastents/-grafts in situ en geruptureerde, thoraco-abdominale en pararenale aneurysmata werden geëxcludeerd. Primaire uitkomst was de gemiddelde PAAT-dichtheid gemeten middels Hounsfield Units binnen een voorgedefinieerde regio rond de infrarenale aorta (pixels/oppervlakte). Een secundaire analyse werd uitgevoerd voor geslacht, comorbiditeit, leeftijd en abdominaal/subcutaan vet ratio. Twee onderzoekers verrichten een interobserver reproduceerbaarheid analyse (n=50).
Een lagere PAAT-dichtheid werd gevonden in atherosclerose dan in AAA (60,32 vs. 81,68, P<0,001). Nadere analyse toonde dat dit voor zowel diabetici als niet-diabetici geldt. Er was een niet-significante trend van een lagere PAAT-dichtheid in AAA dan in de controlegroep. Deze was wel significant verschillend in de subgroepen mannen (82,47 vs 90,90, p=0,024) en patiënten met een abdominaal/subcutaan vet ratio van 1
In atherosclerotische aorta werd een lagere PAAT-dichtheid gemeten, vergeleken met AAA en controles. Deze resultaten zijn tegenstrijdig met eerdere vindingen in atherosclerotische coronairarteriën, waarbij meer perivasculair vet werd gemeten. Dit wekt de suggestie dat perivasculair vet afhankelijk van de locatie een andere rol heeft in de atherosclerotische en aneurysmatische pathologie.